Een van de parels van het Rietveld is de grote woonboerderij op nummer 18.
Eigenaren zijn Bart en Ineke Smit.
Zij kochten de boerderij in de oorspronkelijke staat in 1990.
En renoveerden deze tot een woonboerderij, een klus van enkele jaren.
Voordat we hen hierover spreken gaan we even terug in de geschiedenis.
Naar de tijd, waarin hier -op Rietveld 18 – nog een echt Rietvelds boerenbedrijf zat.
HISTORIE
Hiervoor wenden we ons tot Rien van Zuilen. Hij is boomkweker aan het eind van Den Hollanderweg, op een mooie plek vlak bij de Geremolen. Gedurende een groot deel van zijn jonge jaren woonde en werkte hij op boerderij Rietveld 18, een pachtboerderij van de fam. Verbij. Hij werd indertijd geboren op Rietveld 16, ernaast dus, waar momenteel de familie Van Driel woont. Maar in die tijd was dat ook een kleine boerderij. “Op Rietveld 18 woonde toen de broer van mijn vader, Aad van Zuilen. Toen die naar een boerderij in Limburg vertrok, dat was in 1970, verhuisde ons gezin van Rietveld 16 naar 18. Ik was toen 4 jaar oud.”
Vader Martien van Zuilen kreeg met Rietveld 18 een van de grotere boerderijen van het Rietveld tot zijn beschikking. ‘Meestal hadden we 20 melkkoeien, maar het waren er vaak ook meer. Daarnaast hadden we altijd mestvarkens. Bijna al het land lag achter de boerderij, zo’n 20 hectare. Dit in 3 brede stukken, waarvan het middelste stuk helemaal doorliep tot aan het Spookverlaat, zo’n 2 km lang. We hadden maar één “buitenstuk”, dat was, vanaf onze boerderij, het een na laatste perceel vóór de Dijkgraafweg. Daar liepen meestal de pinken (kalveren ouder dan 1 jaar). Die brachten en haalden we met de ‘bok’, de schuit van de buren’.
Doordat de meeste stukken land bij de boerderij lagen hoefde er minder gevaren te worden en kon dus efficiënter worden gewerkt. Dit in vergelijking met andere boerderijen in het vaardorp. Wel bleef de boerderij voor alle aan- en afvoer nog afhankelijk van vaarverkeer. Rien herinnert zich nog dat hij in zijn jeugd de boot moest nemen om van en naar huis te komen en dat de melkvaarder toen dagelijks langs kwam om de melkbussen op te halen.
Dat veranderde toen de burgemeester Smitweg werd aangelegd, in 1971. Niet lang daarna kon vader Martien beschikken over een pad vanaf de boerderij naar de nieuwe weg, omdat de eigenaar van de boerderij rechten had op dit perceel. Over de Rietveldse Vaart werd een brug geslagen en op de boomkwekerij vòòr het huis mocht gebruik worden gemaakt van overpad. Vanaf die tijd hoefde de melkvaarder met zijn schouw niet meer langs te komen. “Wij sloegen de melk op in onze rijdende melktank. Deze reden we dan naar de Smitweg, waar de melk overgepompt werd in de tankwagen van de melkfabriek. En zo ging het ook met het veevoer. Dat werd afgeleverd aan de Smitweg en met onze kiepkar reden we het voer dan naar de boerderij”. (Dat overladen aan de Smitweg was nodig omdat pad en brug te licht waren voor een vrachtwagen.)
De meeste andere Rietveldse boeren bleven afhankelijk van vervoer over water. Maar in 1982 was het voor hen afgelopen. Vanaf dat jaar stapte de melkfabriek voor het vervoer van melk over van bussen op tankauto’s. Dat was de nekslag voor de kleine boerderijen in het Rietveld. De ruilverkaveling en komst van de sierteelt deden de rest.
Martien van Zuilen kon nog enkele jaren doorgaan met zijn boerderij. Hij maakte immers reeds gebruik van de tankauto, die de melk kwam ophalen. Maar toch overwoog ook hij te stoppen vanwege alle beperkingen in het Rietveld. Toen het bijna zover was, in 1987, kwam hij echter plotseling te overlijden als gevolg van hartfalen. Hij was toen pas 58 jaar.
De impact was uiteraard groot. Maar bij de pakken neerzitten kan niet bij een boerderij. Rien, de middelste zoon die nog thuis was heeft de boerderij toen voortgezet en afgebouwd. In 1988 vertrok het laatste vee.
Vader Martien en moeder Sjaan kregen in totaal 8 kinderen, 5 meisjes en 3 jongens. Alle kinderen Van Zuilen wonen in de omtrek. Drie ervan, waaronder Rien, zijn boomkweker geworden.
IN 1990
In dat jaar stond de leeg staande (pacht)boerderij met schuren en hooiberg te koop bij opbod. In de aanbieding was opgenomen dat de boerderij een eigen uitpad zou krijgen naar de Ten Heuvelhofweg, die nog maar kort geleden was aangelegd.
Bart en Ineke Smit, toen woonachtig in Alphen, waren op dat moment op zoek naar een landelijke woning. “We hoorden pas op het laatst dat deze boerderij te koop stond”, aldus Bart. “Na een bezichtiging besloten we nog snel een bod te doen. Niet veel later hoorden we dat we de bieding hadden gewonnen en dat we eigenaar werden. Eerlijk gezegd schrokken we wel een beetje. Maar nadat een architectenbureau een goed plan had gemaakt, werden we steeds enthousiaster. De verbouwing hebben we toen door een aannemer laten uitvoeren.”
In 1993 was het zover en konden Bart en Ineke er wonen. In de tussentijd was er veel veranderd: Verschillende aanbouwsels waren verdwenen; van de originele boerderij bleef alleen het voorhuis in de oorspronkelijke staat. Van de keuken en aangrenzende stal werden alle buitenmuren verwijderd. Daarbij werd het rieten dak tijdelijk opgevangen. Nadat een nieuwe betonplaat was gestort werden de muren in de stijl van de woonboerderij weer opgebouwd, in houtskelet maar wel met de oorspronkelijke (gebikte) stenen. Het dak werd daarna verstevigd en er kwam nieuw riet op. Binnen is de stal vervolgens getrokken bij het woongedeelte. Bart: “Wij hebben met onze kinderen daardoor altijd op de begane grond gewoond, want er was ruimte genoeg”. Na al die jaren staat de boerderij nog stevig op zijn plek. Verzakkingen zijn er niet of nauwelijks. “Onze architect had berekeningen gemaakt hoeveel gewicht de veengrond kon dragen. Daar is rekening mee gehouden bij het nieuwe gedeelte. De dilatatievoeg tussen het oude en het nieuwe deel is nog origineel en laat geen ruimte zien.”
Nadat de woonboerderij klaar was, werd de hooiberg vervangen door een schuur en herbouwde Bart zelf een schuurtje, o.a. voor de houtopslag. Vervolgens hadden de beide bewoners nog veel kluswerk te doen onder andere in de tuin. Daardoor is het nu een prachtig geheel, een parel in het Rietveld!