Kruidenier in het vaardorp

Johan van Aalst was al ver vóór de oorlog kruidenier in Hazerswoude. Hij had de winkel overgenomen van zijn grootmoeder. Het was de tijd dat de boodschappen nog werden thuisbezorgd; dat gold niet alleen voor het dorp maar ook voor het buiten gelegen vaardorp het Rietveld. Vanuit zijn winkel (foto) aan de Dorpsstraat 176-178 – nu de rijwielhandel Van Zanten – roeide hij een maal per week naar dit vaardorp. Daar leverde hij de bestelde levensmiddelen af en nam dan voor de volgende week de bestelling op.

 Aan het woord is zijn jongste dochter Gudy, die inmiddels 87 jaar is en in goede gezondheid (foto)

Zij woont altijd nog zelfstandig aan de Amalia van Solmslaan, vlak bij de plek waar zij een groot deel van haar leven werkzaam was. Samen met haar oudste zus hielp zij haar vader al vroeg om de levensmiddelenzaak annex kleine drogisterij in Hazerswoude dorp draaiend te houden.  

Gudy: “Voor het bezorgen van de boodschappen had mijn vader een Ford, een van de eerste auto’s in het dorp. Maar het bezorgen in het Rietveld was een apart verhaal. Hij was er altijd een hele dag voor in de weer. Eerst moesten de opgenomen bestellingen klaar worden gemaakt. Die gingen dan in grote houten kisten van Verkade met een krant ertussen en een huisnummer erop, zodat je wist bij wie de bestellingen hoorde. Dan werden de kisten vanuit de winkel naar de roeiboot gedragen die in het slootje lag aan de overkant van de weg. En daarna roeide mijn vader naar het Rietveld.

Hij begon bij De Gelder aan Oostvaartsluis en ging dan al zijn klanten af tot aan de Compierekade. Onderweg had hij altijd wel een praatje, soms bleef hij wat langer als hij een korte pauze nam om zijn brood op te eten. Zoals bij Schellingerhout in de Rietveldse molen. Altijd moest hij zijn tijd in de gaten houden, want de Rietvelders waren breedsprakig en nieuwsgierig. Ze wilden al het nieuws uit het dorp weten. En niet zelden vroegen ze om advies over uiteenlopende zaken’’.

Gudy ging als jong meisje soms mee in de roeiboot. Omdat het gezellig was, maar ook om een handje te helpen. Zoals die ene keer die haar nog steeds bijstaat. “Het gebeurde bij de laatste boerderij rechts (Rietveld27) van de fam. Blanken. Ze hadden daar een enge hond, die aan kwam blaffen. Mijn vader maakte hem rustig door een koekje te geven. Daarna liep hij met de boodschappenkist de boerderij in, de hond achter zich aan. Ineens kwam de hond blaffend terugrennen naar de boot. Ik ben toen doodsbang in een lege kist gekropen met de deksel dicht. Toen mijn vader weer bij de boot was schrok hij: Waar was Gudy? Hij begon mijn naam te roepen. Plotseling ging de kist open. Mijn vader schrok opnieuw en moest toen hard lachen. Ik heb dit nog vele malen moeten horen.’’

In maart 1954 overleed Johan van Aalst onverwachts. Hij was bij een klant in het Westeinde toen hij plotseling ineen zakte – het was afgelopen, nog maar 61 jaar oud. Het was een heel verdrietige tijd. Maar tegelijkertijd was er niet veel ruimte voor verdriet; de winkel moest immers open blijven. Gudy en haar zus deden de winkel, een zwager kwam helpen en ook een oom. Maar al snel kwam het besef dat dit niet vol te houden was. De winkel moest verkocht worden.

Al snel, via een leverancier,  diende zich een koper aan uit Leiden, een zekere Piet van Vliet. Hij kocht de winkel en ging een maand later al van start. Maar hij begon ook zijn genegenheid naar Gudy te uiten. “Hij wou mij erbij hebben”, zegt Gudy. “Eerst probeerde mijn moeder hem nog op andere gedachten te brengen: Mijn oudere zus paste beter bij zijn leeftijd. Maar nee hoor, hij wilde mij. Toen zijn we getrouwd, ik 17 jaar en hij 26. En zo hebben we de winkel samen voortgezet.”

Ook Piet van Vliet ging  weer levensmiddelen bezorgen (en opnemen) in het Rietveld. Dat ging op een zelfde wijze als bij zijn voorganger, maar met één verschil. Hij roeide niet, maar had een motortje achter de boot. Uiteindelijk is hij met bezorgen in het Rietveld gestopt toen er huizen werden gebouwd in Plan Zuid, begin jaren 70. Hij kon de Rietveldse bezorgdag er niet meer bij hebben. Bovendien kreeg het Rietveld in 1971 een weg, de Burg. Smitweg, zodat bewoners gemakkelijker zelf hun boodschappen konden halen.

In al die jaren was het aantal winkels in het dorp afgenomen. “Ooit”, vertelt Gudy, “waren er zelfs 9 kruideniers in het dorp. Maar de grote klapper kwam met de komst van de supermarkt. Dat was de Spar in 1975. Vanaf die tijd zagen wij bijna alleen nog maar mensen in onze winkel die hun restboodschappen kwamen halen. We konden er niet meer van bestaan. Een oplossing kwam toen de heer Harskamp, eigenaar van de Spar, mijn man vroeg om drogist te worden in de drogisterij van deze supermarkt. Piet werkte daar nog tot 1987 toen de Spar weer vertrok. In dat jaar werd hij afgekeurd vanwege zijn zwakke gezondheid. Niettemin is hij uiteindelijk toch nog 84 jaar oud geworden.”

Plantenmarkt geslaagd

Telkens weer blijkt dat bewoners van vaardorp het Rietveld mooie tuinen hebben, zowel siertuinen als moestuinen. Ook blijken zij veel tijd te stoppen in het bijhouden en optimaliseren van hun tuin. Voor hen organiseerde de bewonersvereniging het Rietveld afgelopen zaterdagochtend 4 mei een plantenmarkt. Deze markt vond onder uitstekende weersomstandigheden plaats op het eiland Rietveld 9 van mede-initiatiefneemster Michèle. Men kon er zaden, stekkies of planten ruilen met anderen of gewoon mee naar huis nemen wat andere bewoners dit jaar over hadden. Ook werden groene ideeën uitgewisseld en werd er volop rondgekeken in deze groene oase waar de markt plaatsvond. En dat alles onder genot van koffie, thee en veel lekkers, verzorgd door Michèle. In totaal waren buiten de organisatoren maar liefst 15 bewoners op de plantenmarkt afgekomen, hetgeen best veel is voor het kleine vaardorp. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat de plantenmarkt een succes was. Voorzien van ‘nieuwe aanwinsten’ voor de eigen tuin en op de hoogte van de laatste nieuwtjes voer iedereen aan het begin van de middag weer naar huis.

Nieuw café Klein Giethoorn

Op 2e Paasdag hield Klein Giethoorn open huis in haar nieuw gebouwde café. Veel vrienden, kennissen, klanten en omwonenden maakten van de gelegenheid gebruik om een kijkje te nemen. Met een zonnetje erbij, een drankje en livemuziek werd het een ouderwets gezellige middag.

Het nieuwe café is van hout gebouwd en staat op de plek van het oude, maar is met 2 slaapkamers op zolder groter, geïsoleerd en van het gas af. De sfeer van het oude café is gebleven, omdat de ramen op dezelfde plek zitten en ook de indeling niet is veranderd. De bouwstijl, zwart hout met wit geverfde kozijnen en een rood pannendak past goed bij de twee vakantiehuisjes op het terrein.

Rietveld 18, toen en nu

Een van de parels van het Rietveld is de grote woonboerderij op nummer 18.

Eigenaren zijn Bart en Ineke Smit.

Zij kochten de boerderij in de oorspronkelijke staat in 1990.

En renoveerden deze tot een woonboerderij, een klus van enkele jaren.

Voordat we hen hierover spreken gaan we even terug in de geschiedenis.

Naar de tijd, waarin hier -op Rietveld 18 – nog een echt Rietvelds boerenbedrijf zat.

HISTORIE

Hiervoor wenden we ons tot Rien van Zuilen. Hij is boomkweker aan het eind van Den Hollanderweg, op een mooie plek vlak bij de Geremolen. Gedurende een groot deel van zijn jonge jaren woonde en werkte hij op  boerderij Rietveld 18, een pachtboerderij van de fam. Verbij. Hij werd indertijd geboren op Rietveld 16, ernaast dus, waar momenteel de familie Van Driel woont. Maar in die tijd was dat ook een kleine boerderij. “Op Rietveld 18 woonde toen de broer van mijn vader, Aad van Zuilen. Toen die naar een boerderij in Limburg vertrok, dat was in 1970, verhuisde ons gezin van Rietveld 16 naar 18. Ik was toen 4 jaar oud.”

Vader Martien van Zuilen kreeg met Rietveld 18 een van de grotere boerderijen van het Rietveld tot zijn beschikking. ‘Meestal hadden we 20 melkkoeien, maar het waren er vaak ook meer. Daarnaast hadden we altijd mestvarkens. Bijna al het land lag achter de boerderij, zo’n 20 hectare. Dit in 3 brede stukken, waarvan het middelste stuk helemaal doorliep tot aan het Spookverlaat, zo’n 2 km lang. We hadden maar één “buitenstuk”, dat was, vanaf onze boerderij, het een na laatste perceel vóór de Dijkgraafweg. Daar liepen meestal de pinken (kalveren ouder dan 1 jaar). Die brachten en haalden we met de ‘bok’, de schuit van de buren’.   

Doordat de meeste stukken land bij de boerderij lagen hoefde er minder gevaren te worden en kon dus efficiënter worden gewerkt. Dit in vergelijking met andere boerderijen in het vaardorp. Wel bleef de boerderij voor alle aan- en afvoer nog afhankelijk van vaarverkeer. Rien herinnert zich nog dat hij in zijn jeugd de boot moest nemen om van en naar huis te komen en dat de melkvaarder toen dagelijks langs kwam om de melkbussen op te halen.

Dat veranderde toen de burgemeester Smitweg werd aangelegd, in 1971. Niet lang daarna kon vader Martien  beschikken over een pad vanaf de boerderij naar de nieuwe weg, omdat de eigenaar van de boerderij rechten had op dit perceel. Over de Rietveldse Vaart werd een brug geslagen en op de boomkwekerij vòòr het huis mocht gebruik worden gemaakt van overpad. Vanaf die tijd hoefde de melkvaarder met zijn schouw niet meer langs te komen. “Wij sloegen de melk op in onze rijdende melktank. Deze reden we dan naar de Smitweg, waar de melk overgepompt werd in de tankwagen van de melkfabriek. En zo ging het ook met het veevoer. Dat werd afgeleverd aan de Smitweg en met onze kiepkar reden we het voer dan naar de boerderij”. (Dat overladen aan de Smitweg was nodig omdat pad en brug te licht waren voor een vrachtwagen.)

De meeste andere Rietveldse boeren bleven afhankelijk van vervoer over water. Maar in 1982 was het voor hen afgelopen. Vanaf dat jaar stapte de melkfabriek voor het vervoer van melk over van bussen op tankauto’s. Dat was de nekslag voor de kleine boerderijen in het Rietveld. De ruilverkaveling en komst van de sierteelt deden de rest.

Martien van Zuilen kon nog enkele jaren doorgaan met zijn boerderij. Hij maakte immers reeds gebruik van de tankauto, die de melk kwam ophalen. Maar toch overwoog ook hij te stoppen vanwege alle beperkingen in het Rietveld. Toen het bijna zover was, in 1987, kwam hij echter plotseling te overlijden als gevolg van hartfalen. Hij was toen pas 58 jaar.

De impact was uiteraard groot. Maar bij de pakken neerzitten kan niet bij een boerderij. Rien, de middelste zoon die nog thuis was heeft de boerderij toen voortgezet en afgebouwd. In 1988 vertrok het laatste vee.

Vader Martien en moeder Sjaan  kregen in totaal 8 kinderen, 5 meisjes en 3 jongens. Alle kinderen Van Zuilen wonen in de omtrek. Drie ervan, waaronder Rien, zijn boomkweker geworden.

IN 1990

In dat jaar stond de leeg staande (pacht)boerderij met schuren en hooiberg te koop bij opbod. In de aanbieding was opgenomen dat de boerderij een eigen uitpad zou krijgen naar de Ten Heuvelhofweg, die nog maar kort geleden was aangelegd.

Bart en Ineke Smit, toen woonachtig in Alphen, waren op dat moment op zoek naar een landelijke woning. “We hoorden pas op het laatst dat deze boerderij te koop stond”, aldus Bart. “Na een bezichtiging besloten we nog snel een bod te doen. Niet veel later hoorden we dat we de bieding hadden gewonnen en dat we eigenaar werden. Eerlijk gezegd schrokken we wel een beetje. Maar nadat een architectenbureau een goed plan had gemaakt, werden we steeds enthousiaster. De verbouwing hebben we toen door een aannemer laten uitvoeren.”

In 1993 was het zover en konden Bart en Ineke er wonen. In de tussentijd was er veel veranderd: Verschillende aanbouwsels waren verdwenen; van de originele boerderij bleef alleen het voorhuis in de oorspronkelijke staat. Van de keuken en aangrenzende stal werden alle buitenmuren verwijderd. Daarbij werd het rieten dak tijdelijk opgevangen. Nadat een nieuwe betonplaat was gestort werden de muren in de stijl van de woonboerderij weer opgebouwd, in houtskelet maar wel met de oorspronkelijke (gebikte) stenen. Het dak werd daarna verstevigd en er kwam nieuw riet op. Binnen is de stal vervolgens getrokken bij het woongedeelte. Bart: “Wij hebben met onze kinderen daardoor altijd op de begane grond gewoond, want er was ruimte genoeg”. Na al die jaren staat de boerderij nog stevig op zijn plek. Verzakkingen zijn er niet of nauwelijks. “Onze architect had berekeningen gemaakt hoeveel gewicht de veengrond kon dragen. Daar is rekening mee gehouden bij het nieuwe gedeelte. De dilatatievoeg tussen het oude en het nieuwe deel is nog origineel en laat geen ruimte zien.”

Nadat de woonboerderij klaar was, werd de hooiberg vervangen door een schuur en herbouwde Bart zelf een schuurtje, o.a. voor de houtopslag.  Vervolgens hadden de beide bewoners nog veel kluswerk te doen onder andere in de tuin. Daardoor is het nu een prachtig geheel, een parel in het Rietveld!

Het Rietveld in De Spiegel

Aan het eind van de zomer in 1960 was het Christelijk nationaal weekblad De Spiegel op bezoek in het Rietveld. De journalist van het blad kon zijn verwondering en verbazing niet op over dit prachtige vaargebied in midden Holland. Hij moet hier enkele dagen hebben rondgelopen, getuige de gesprekken die hij met verschillende personen maakte en getuige ook de verschillende foto’s.

Hieronder verschillende tekstfragmenten en foto’s uit dit artikel (even aanklikken als u het niet goed kunt lezen).

De oudste Rietvelder

Hein van Nierop is 94 jaar en woont in verzorgingshuis Emmaus in Zoeterwoude. Waarschijnlijk is hij de oudste geboren Rietvelder. Bijna ieder jaar nog reist hij af naar het vaardorp in Hazerswoude, waar hij een bootje huurt. En dan is het genieten van de natuur en de sfeer van vroeger. Altijd vaart hij even rond het eiland van Rietveld 15, het huis met de naam Adriana Christina, waar hij geboren is.

Via Klein Giethoorn van de roeibotenverhuur kom ik met hem in aanraking. Ik ontmoet hem in huize Emmaus, waar hij al snel op zijn praatstoel zit.

“Mijn vader kocht het huis van de familie Innemee, de grote begrafenisondernemer van Den Haag. Voor deze familie was Rietveld 15 een buitenhuis, dat ze zelf hadden laten bouwen. Ook de veenplas bij het huis en wat land erom heen behoorden tot hun eigendom. Het waren voorname mensen, heel anders dan wij. Zo gingen wij naar de kapper, maar liet de heer Innemee zich naar de kapper brengen”.

Na bijna 20 jaar van zijn buitenhuis genoten te hebben, kwam de heer Innemee in datzelfde huis te overlijden als gevolg van een hartstilstand. De begrafenisstoet die vanuit het Rietveld naar Den Haag vertrok maakte diepe indruk op de Rietvelders. ‘Alle tolpoorten tussen Hazerswoude en Den Haag gingen vanzelf open als de stoet eraan kwam’.

Na het overlijden van de ‘pater familias’ wilde zoon Karel van het landhuis af. Dit huis, de veenplas en het land werden apart verkocht. De vader van Hein, Bertus van Nierop, kocht het landhuis en wat land en kocht eveneens het oude boerderijtje met schilddak dat over het water stond (Rietveld 13). Deze eeuwenoude boerderij werd overgenomen van de fam. Van den Bosch. De boerderij was niet goed meer bewoonbaar, maar als stal nog wel bruikbaar. Via een brug werd het een met het ander verbonden. Zo werd het landhuis onderdeel van een boerderij. (Zie onderstaande foto.)

In 1929 werd Hein geboren; het gezin Van Nierop zou uiteindelijk uit 8 jongens en 2 meisjes bestaan. Op de boerderij werd hard gewerkt, ook de kinderen hielpen mee. Zij groeiden allen gezond op en “thuis was het altijd heel gezellig, nooit spanningen. We hielden allemaal van spelletjes, vader en moeder ook. Maar we bleven arm. Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder een babbelaar door vieren deelde zodat wij allemaal een stukje hadden”.

Over de oorlog vertelt hij dat de familie 2 onderduikers had. ”Ze verbleven op de stalzolder en we noemden hen Piet en Jan de Schilder, verwijzend naar het werk dat zij verrichtten. Soms, als er een razzia was, vluchtten ze naar de overkant van de vaart, waar zij zich verstopten in een boomkwekerij van Dirk van de Werf. Ook andere onderduikers lagen daar dan tussen de boompjes. En als de kust weer veilig was maakte Piet de Schilder altijd een raar jodelend geluid en dan wist je dat het goed was”.

Na de oorlog, toen hij 28 jaar was, nam Hein de boerderij over van zijn vader. Maar met 15 koeien en wat fokzeugen werd de boerderij ook voor hem geen vetpot. “Mijn broer met zijn halve hectare boomkwekerij had het beter dan ik.’’ Daarom ging hij als bijverdienste met zijn schouw zakken meel rondbrengen bij de boerderijen in het vaardorp en werd hij dus meelvaarder. Meel die door de leveranciers afgeleverd werd aan de Compierekade in het meelschuurtje aldaar. Op de vrijdag was het betaaldag, dan ontving Hein zijn sjouwgeld op de Beestenmarkt in Leiden.

Hij wilde weg uit het Rietveld: teveel gedoe, alles in en uit de boot. Extra lastig was het dat zijn land verspreid lag in het Rietveld. Daardoor molk hij op 3 verschillende plekken; ook het hooi moest vaak worden opgehaald van land dat niet bij de boerderij lag. Het was kortom hard werken en desondanks hield het gezin het hoofd maar net boven water. Een kans deed zich voor toen Ome Jan uit de Geerpolder in Zoeterwoude plots geen opvolger meer had op zijn boerderij: Zijn 13 jarige zoon was verongelukt. Hoewel de aanleiding triest was, werd de kans door Hein met beide handen aangegrepen.

Hij vertrok uit het Rietveld toen hij 36 jaar was, met vrouw en 3 kinderen, allen meisjes. Het woonhuis Rietveld 15 en de boerderij – aan de overkant van het water – werden afzonderlijk verkocht. De boerderij (Rietveld 13) werd door Cees van de Lip gekocht en samengevoegd met de daglonerswoning Rietveld 11, gelegen aan de Rietveldse vaart op het zelfde eiland. De fam. Stolwijk, die daar woonde vertrok naar de boomkwekerij in de Loete. (In 1980 zou Rietveld 11 weer afgesplitst worden van de boerderij en apart verkocht.)

In de Geerpolder ging het Hein voor de wind en kwam hij als boer ‘van de hel in de hemel’. Hij ging daar gebruik maken van een melktank en breidde uit naar 30 melkkoeien en 30 fokzeugen.  Ook het gezin breidde uit; naast de 3 meiden kwamen er nog 3 jongens. Toen hij 60 was is hij gestopt met melken en ging hij nog 10 jaar ‘vetweiden’.

Naast zijn boerderij is Hein ook altijd actief geweest in de samenleving. Hij heeft veel bestuurlijk werk gedaan voor de Melkunie, het CDA, de school van zijn kinderen, het waterschap. De laatste tien jaar verricht hij mantelzorg in het verzorgingshuis, maar daar gaat hij nu wel mee stoppen. Ook al is zijn gezondheid nog steeds uitstekend!